Hoornvliestransplantatie

Het hoonvlies of de cornea, de doorschijnende koepel waarop de contactlensdrager zijn contactlens plaatst, kan om één of andere reden onoverkomelijke problemen voor het zicht veroorzaken, en kan bovendien een bron van aanhoudende pijn zijn. Het centrale deel van het hoornvlies kan vervangen worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een donorcornea; een hoornvlies afkomstig van een (meestal vrij jonge) overledene. Alvorens deze donorcornea kan gebruikt worden, moet zij voldoen aan een aantal criteria. Zo moet deze donorcornea voldoen aan een aantal kwaliteitscriteria en moet met zekerheid vaststaan dat deze cornea afkomstig is van een persoon die vrij was van besmettelijke ziekten. De bloedgroeptyperingen die zo van belang zijn bij overplanting van andere organen, zijn veel minder van belang bij hoornvliestransplantatie en dit omdat enkel het centrale deel van het hoornvlies gebruikt wordt en dit geplaatst wordt in weefsel (de acceptorcornea) dat niet van bloedvaten voorzien is.

Er is tot op heden een tekort aan donorcornea ’s en de hoornvliestransplantatie wordt mede daarom ook enkel uitgevoerd in daarvoor gespecialiseerde centra. Het is dus geen routine operatie. De slaagkansen zijn in sommige gevallen goed, in andere gevallen minder goed. Doorgaans zijn deze vrij goed in die gevallen waar er geen ontsteking aan te pas komt, en minder goed als er wel fenomenen van ontsteking zijn. Reden van mislukking kan bijvoorbeeld een afstoting zijn. Afstotingsverschijnselen, die gekenmerkt zijn door roodheid, pijn en/of minder goed zicht, moeten zo snel mogelijk herkend worden. Mits een tijdige en intensieve behandeling kunnen afstotingsverschijnselen teruggedrongen worden en onder controle gehouden worden.

Er bestaan verschillende soorten hoornvliestransplantaties:

De perforerende of penetrerende hoornvliestransplantatie (of keratoplastiek).

Hierbij wordt het hoornvlies over de gehele dikte verwijderd. Er wordt als het ware een ronde schijf van het centrum van het hoornvlies verwijderd en vervangen door een nieuwe ronde schijf van een donorcornea. Deze schijf wordt vervolgens manueel vastgenaaid. Door het feit dat deze manueel worden genaaid, zal bijna steeds een belangrijke vervorming op het hoornvlies aanwezig zijn (astigmatisme). Dit astigmatisme kan verminderen na het verwijderen van de suturen. Om de suturen te verwijderen, zal men minstens een jaar wachten, zodat men zeker is dat het nieuwe hoornvlies voldoende is vastgegroeid. Vaak zal een vrij zware bril of een contactlens nodig zijn om een behoorlijk functioneel visueel resultaat te bekomen. Soms kan op latere datum LASIK of een lensinplant het resultaat aanzienlijk verbeteren.

DSAEK (Descemet stripping automated endothelial keratoplasty)

DSAEK wordt toegepast indien enkel het endotheel aangetast is. Het endotheel is de binnenste laag celletjes. Het bestaat uit een enkelvoudige laag cellen die het vocht uit het hoornvlies moeten trekken om aldus een goede transparantie te kunnen garanderen. Deze cellen zijn niet in staat zich te kunnen delen. Indien er om één of andere reden te weinig van deze celletjes aanwezig zijn, dan geeft dit aanleiding tot zwelling en vertroebeling van het hoornvlies en dus ook tot vermindering van het zicht. Bij DSAEK wordt dus enkel het binnenste deel van het hoornvlies getransplanteerd. Via een kleine insnede wordt het zieke endotheel van de ontvanger verwijderd en wordt op de donorcornea dit binnenste deel dat het zieke endotheel van de ontvanger zal vervangen, als een klein velletje geprepareerd. Dit velletje wordt dan via een kleine opening in het oog ingebracht en open geplooid en door de druk van een luchtbel ter plaatse gehouden totdat dit vast groeit. Deze techniek is een veelbelovende nieuwe techniek die al goede resultaten heeft opgeleverd, maar toch niet steeds tot een succes leidt. Reden van dit beperkt enthousiasme is het feit dat ook de celletjes van de donorcornea snel in aantal afnemen; Het gebeurt ook wel eens dat het nieuwe velletje los komt of niet volledig vasthecht.

De hoop is reëel dat deze veelbelovende techniek op termijn betere resultaten zal opleveren. Het grote voordeel van deze operatie is de kleine insnede en het feit dat er geen storende vervormingen in het hoornvlies worden veroorzaakt.

DALK (Diepe anterieure lamellaire keratoplastiek)

Indien een vertroebeling van het hoornvlies zich enkel in het voorste deel van het hoornvlies bevindt, dan volstaat het enkel het voorste deel van het hoornvlies te vervangen. Dit is precies wat deze techniek beoogt: een snijvlak creëren dat zich net boven het endotheel en de bovenliggende membraan van Descemet bevindt. De toestelletjes die dit moeten waarmaken zijn aangepaste versies van de keratomen die voor LASIK worden gebruikt. Het nieuwe hoornvlies moet nog steeds met de hand ingenaaid worden, wat nog steeds leidt tot astigmatisme. Het voordeel van de DALK is dat het broze oorspronkelijke endotheel veel minder te leiden heeft dan bij een penetrerende hoornvliestransplantatie en dat bovendien theoretisch met dezelfde donorcornea 2 ingrepen kunnen gedaan worden: een DSAEK en een DALK.

De toekomst: de femtosecondelaser.

De femtosecondelasers bieden enorme perspectieven voor dit soort ingrepen. Theoretisch is het mogelijk om met een femtosecondelaser een quasi perfect snijvlak te creëren zowel in horizontale als in verticale richting, zonder dat daar mechanische krachten aan te pas komen. Bovendien laat deze technologie toe om in de verticale insneden, waar donorcornea en acceptorcornea tegen elkaar komen, tand en groef te voorzien (zoals bij een parket), zodat donor en acceptorcornea perfect in elkaar grijpen en passen. Of men de nood aan manuele suturen ook zal kunnen omzeilen, is nog af te wachten.